For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
Onze samenleving staat voor grote uitdagingen. Het privaatrecht alleen zal deze uitdagingen niet het hoofd kunnen bieden, maar kan hieraan wel een bijdrage leveren. Daarvoor is onderzoek nodig op het terrein van het nationaal privaatrecht. Naast internationalisering en Europeanisering, vragen ontwikkelingen als duurzaamheid, bescherming van mensenrechten, digitalisering, privatisering, inclusiviteit en diversiteit om een brede benadering, waarin het nationale privaatrecht een essentiële rol speelt.

Integraal Privaatrecht

De vraag rijst in hoeverre het privaatrecht, in het licht van deze recente ontwikkelingen, de oplossing van actuele maatschappelijke vraagstukken beperkt of juist faciliteert. De nationale doctrines en regelgeving kunnen in de weg staan aan oplossingen, maar ze kunnen ook dusdanig ontwikkeld en aangepast worden dat ze hieraan bijdragen. Hiervoor is onderzoek noodzakelijk op het gebied van privaatrecht, meer in het bijzonder: het integraal privaatrecht.

Het onderzoeksprogramma ‘Integraal Privaatrecht’ is verankerd in ACT, waarbij zowel de nationale, Europese en internationale dimensies van het privaatrecht in onderlinge samenhang worden bestudeerd. Het onderzoeksprogramma wil tegelijk bijdragen aan de wetenschappelijke grondslag van het onderwijs dat de Afdeling Privaatrecht verzorgt. Onderzoeksgestuurd onderwijs berust immers op hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek dat door de academische staf wordt verricht op de onderwezen terreinen.

Onderzoeksveld

Het onderzoeksprogramma gaat uit van een visie op het privaatrecht als integraal terrein. Traditioneel privaatrechtelijk onderzoek, nationaal of internationaal, berust doorgaans op ‘leerstukonderzoek’, geconcentreerd op de ontwikkeling van bepaalde noties of de invulling van ‘gaten’ op een deelgebied van het privaatrecht.

De geschetste ontwikkelingen vereisen echter een vernieuwende, meer overstijgende benadering die verbreding en verdieping voorstaat door kruisbestuiving tussen verschillende deelgebieden en benaderingen binnen het privaatrecht in zijn integraliteit. Het gaat erom systematisch (samen) te werken vanuit verschillende deeldisciplines van het privaatrecht. Daarbij speelt intra- en interdisciplinariteit een rol. Belangrijke vragen zijn daarbij: hoe voltrekken deze ontwikkelingen zich op de relevante deelgebieden van het privaatrecht en welke overkoepelende discussies en patronen zijn daarin te onderkennen? Onder welke omstandigheden en voorwaarden functioneren bijvoorbeeld open normen in verschillende deelgebieden van het privaatrecht: als een beperking of juist als een facilitator voor de oplossing van maatschappelijke vraagstukken?

Onderzoekslijnen

Het onderzoeksprogramma is toegespitst op drie onderzoekslijnen:

  • Actoren

Wat betekenen de geschetste maatschappelijke ontwikkelingen voor de wijze waarop privaatrechtelijke actoren zich organiseren (bv. online platforms, samenlevingsvormen, rechtsvormen)? Welke nieuwe rollen of verantwoordelijkheden krijgen de verschillende actoren in het privaatrecht in het licht van de geschetste ontwikkelingen? Welke inzichten kunnen we ontlenen aan experimenten met en ontwikkeling van nieuwe juridische vormen, sociaal ondernemerschap en instituties (zoals BVm, B-corps en commons)? Hoe ontwikkelt het optreden van niet-privaatrechtelijke actoren zich in het privaatrecht (bv. de rol van het Openbaar Ministerie in rechtspersonenrecht en de wisselwerking tussen overheidsoptreden en ondernemingen in de semipublieke sector)?

  • Relaties

De focus op actoren in het privaatrecht hangt nauw samen met aandacht voor hun onderlinge relaties, zowel interpersoonlijk als op organisatorisch en institutioneel niveau. De relatie is veelal de constante factor binnen de deeldisciplines: tussen echtgenoten, tussen vennootschap(sbestuur) en aandeelhouders, tussen de gedupeerde en degene die aansprakelijk is, tussen contractspartijen. Hierbij gaat het naast het formele aspect ook om de kwaliteit (inhoud en aard) van de onderlinge relaties. Welke invloed hebben de geschetste maatschappelijke ontwikkelingen op private rechtsverhoudingen en de dynamiek tussen de betrokken belangen, kortom hun relaties? Voorbeelden zijn het product-als-dienstmodel, meerpartijenovereenkomsten, meerouderschap (zoals draagmoederschap) of geschillen binnen ondernemingen rond duurzaamheidstrategieën. Daarbij zijn er ook dwarsverbanden tussen de disciplines, zoals de contractualisering van het familierecht en vraagstukken rond zorgvuldigheidsnormen (bv. zorgplichten van ondernemingen en hun bestuurders).

  • Remedies

Waar het klassieke privaatrecht uitgaat van de bescherming van ‘private’ belangen, neemt de aandacht toe voor remedies die deze belangen overstijgen en een systemische uitkomst nastreven, niet alleen voor direct benadeelde partijen maar ook voor derden of voor de samenleving (bv. inzake klimaat, consumenten of misstanden bij adoptie). Wat betekent de zoektocht naar systemische oplossingen voor de verhouding tussen private actoren en hun maatschappelijke positie? Wie kan er ageren bij de schending van publieke of collectieve belangen en in hoeverre worden die belangen privaatrechtelijk erkend? Deze verschuiving werpt ook een nieuw licht op de functies van de remedies uit het privaatrecht: in hoeverre leent het schadevergoedingsrecht zich voor de bescherming van collectieve belangen en in welke mate is er behoefte aan remedies in een andere vorm dan in geld (bv. bij discriminatie, klimaatzaken, strooischade of online schadelijk gedrag)?